Uit 'De laatste dichters' van Christine Otten

 door Jolanda


'Laat me je een verhaal vertellen. In 1947, het jaar waarin ik werd geboren, werden Puerto Ricanen automatisch als blanken geregistreerd. Al was je blauw, dan nog stond er 'blank' in je geboortebewijs. Mijn grootmoeder, Marguarete Olmo, de moeder van mijn moeder, was erbij toen ik ter wereld kwam. Ik was lichter dan de meeste anderen in de familie. Ik was het gouden kind, zo noemden ze me. Tot op de dag van vandaag zeggen mijn broer en zus dat ik daardoor privileges had die zij niet hadden. Dat zal ook wel zo zijn geweest. 
In ieder geval, de dokter komt naar ons huis in East Harlem en ziet mij. Hij wil 'blank' invullen op de geboorteakte. 'Bent u kleurenblind?' roept mijn grootmoeder verontwaardigd. 'Ziet u niet dat dit kind zwart is?' En dus schreef de dokter 'neger' in mijn geboortebewijs. Marguarita Olmo was een ongelooflijke vrouw. Ze hield echt van me. Ze hield ervan om me bij zich te roepen en dan moest ik op haar schoot gaan zitten en zij streelde met haar handen door mijn krullen, ze draaide er dreads in, heel langzaam en precies. Dat was jaren voordat dreadlocks in de mode kwamen. Ze hield van de vorm van mijn hoofd, mijn neus, mijn oren, mijn stem. 'Je bent het mooiste zwarte kind op de wereld,' zei ze. Ze wilde altijd dat ik haar voorlas in het Engels. Ze vond het prachtig dat ik goed Engels kon praten en lezen.'



'Het helle blauw van de lucht en het water en de zon prikte in mijn ogen. 'Bent u op een schip naar Amerika gekomen, net als oma?' vroeg ik.
'Ja.'
'Hoe oud was u?'
'Ouder dan jij.'
'Alleen?'
'Ja.'
'Was er storm?'
'Geen storm.'
'Waar waren uw ouders?'
'Wijsneus.'
'Miste u ze?'
'Ja.'
'Uw vader?'
'Nee.'
'Waarom niet?'
'Daarom niet.'
'Uw moeder?'
'Ik miste haar.'
'Waarom ging ze niet mee dan?'
'Ze was dood.'
'O.'
Hij deed zijn hand voor zijn ogen tegen de zon. Hij stond stijf als een standbeeld. Alsof hij zich niet kon bewegen. Het waaide niet. De warmte was zacht en droog. Ik hoorde het lome ruisen van de golven in de verte. Er waren geen mensen in de buurt. Alleen papa en ik en de zee en het schip en de lucht. Ik bewoog me niet. Als ik bewoog zou papa afgeleid zijn en ik wilde niet dat hij afgeleid was ik dacht dat ik hem hoorde denken over zijn moeder die dood was in Puerto Rico ik had medelijden met hem maar ik wilde geen medelijden hij was mijn vader ik wilde wat zeggen over mama ik wilde zeggen dat het goed ging op school ik kon het hardst lopen en...
'Ik kan me haar gezicht niet meer herinneren, Phillip,' zei papa.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten